Oerol en de kippendrift

‘Je hebt toch wel je Tamboerijn ingepakt?’ roept Bert me nog na als ik met een plunjezak van huis vertrek richting het noorden. Met vier vriendinnen ga ik - voor het eerst - naar Oerol: het wereldvermaarde theater-, dans- en zang festival op Terschelling waar toeschouwers op de hei of het strand, in de duinen of in een stal naar optredens kijken. Anything but the real theater. Ik had een opblaaskussen mee.

In Nederland dreigde een hittegolf. Daar was op de parkeerplaats in Harlingen nog niets van te merken. In een ijzige, keiharde noordenwind haalden luchtig geklede échte Oerollers - veel bloemen jurken, open sandalen, jubeltenen en blote benen en heel veel 50+ leeftijdsgenoten - blijmoedig hun vouwfietsen en campinguitrustingen uit de achterbakken van hun auto’s. Wij ritsten onze dikke jacks stevig dicht en volgden met onze rolkoffers hun spoor richting veerboot.

Echte Oerollers staan op de camping waar weerselementen vrij spel hebben en volop ruimte is voor spontane feesten, ontmoetingen en nachtelijke liaisons. Laat je gaan!

Wij sliepen in B&B de Witte Handt in Midsland, in bedden. Toch heerste ook in De Witte Handt een soort campinggevoel door het gedeelde sanitair en de gemeenschappelijke zitkamer, eetkamer en tuin. Wie weet wat voor wilde nachten we hier tegemoet zouden gaan, na ontmoetingen op de gang op weg naar de WC…

De idyllische tuin van de Witte Handt met klaprozen, petunia’s en lupines, was vrijwel de enige plek op het eiland waar het niet krankzinnig waaide. Verscholen onder een struik stonden twee tuinkabouters: een vrouwtje met dikke tieten en een mannetje met een opgestoken middelvinger. Ze inspireerden ons.

‘Just fuck it! We kunnen toch ook hier blijven en lekker zonnen op het gras, topless?’  Zei G hoopvol. ‘Nee G! Dit is een CULTUREEL uitje,’ antwoordde A met gekwelde blik. ‘Hup, die duinpan in!’.

Aldus geschiedde. We gingen naar ‘Sâlt, een onderhuidse ontmoeting’: een voorstelling  die het publiek meeneemt in een magisch-realistische wereld en gaat over de ingewikkelde relatie van de hoofdpersoon met het eigen lichaam. Willem en Max hadden het stuk ook gezien toen ze een koninklijk bezoek brachten aan de eilanden.

Tijdens een pittige fietstocht – wind tegen – langs mooie dorpjes, boerderijen en weilanden, dwars door bossen en door de hoge duinen, stopten we op een zanderig kruispunt om de route te checken (‘Hoe lang nog’?)

Leeftijdsgenoten die achter ons fietsten, hoefden nog geen metertje uit te wijken. ‘Je kan natuurlijk ook op een andere plek stil gaan staan,’ siste een vrouw passief agressief. Ze had geverfd rood haar en droeg een blauwe bril en een driekwart legging.

Aha! Ondanks de Hosana Hé-stemming stak toch ook hier De Kippendrift de kop op. De term is geïntroduceerd door de cabaretière Brigitte Kaandorp toen ze in de overgang zat. Het betekent dat je vanuit een kalme situatie in een tijdsbestek van twee seconden een ultieme irritatie aanval krijgen die zich uit in een woede-uitbarsting (als het familieleden betreft) of in passieve agressie.

We dachten aan de tuinkabouter met opgestoken middelvinger en lieten het gaan. Niet veel later zaten we op houten banken tussen de duinen en keken we naar een naakt lichaam dat half verscholen lag in het zand en werd omringd door acht tentakels die in de lucht staken.

Of we allemaal onze mobiele telefoon wilden uitzetten en muisstil wilden zijn. Een man rechts van me zette zijn tanden in een sappige appel. Krak, smak, krak, smak, klonk het.  Het leek wel alsof hij voor een versterker zat. Als door een wesp gestoken, draaiden twee vrouwen zich onmiddellijk naar hem om; als blikken konden doden…   

De tentakels waren van een inktvis en de actrice Eva Meijering – die kampte met een ernstige vorm van eczeem en daar een levenslang gevecht tegen voerde – was in de inktvis beland. Ik kan het verband of de metafoor helaas niet uitleggen omdat ik gewoon niet zo snugger ben op het gebied van experimenteel toneel.

We vonden Eva Meijering weergaloos en we concludeerden dat je een stuk niet per sé helemaal hoeft te begrijpen om er geboeid door te zijn. Maar na deze indringende ervaring keken we èxtra uit naar het optreden van Roxanne Hazes dat wellicht meer aansloot bij ons eigen culturele niveau.

’s Avonds aten we in een restaurant dat deed denken aan een schip doordat er  touwladders, een houten zeemeermin en gekleurde boeien aan het hoge plafond hingen. Door de ramen scheen het zonlicht genadeloos naar binnen. Het verblindde het gezelschap naast onze tafel. Een stevige vrouw was het zat, stond op en sloot de roman blinds. ‘Zo da’s klaar!’

De presentator Jack Spijkerman zeilde binnen met drie lollige vrienden die zich meteen de belangrijkste gasten van het restaurant waanden. Een van hen draaide de roman blinds direct open om optimaal te kunnen genieten van de heldere zomeravond…we hielden onze adem in.

Onze gezette buurvrouw keek hem vernietigend aan, smeet haar mes en vork zo hard op tafel dat ze er af stuiterden en beende opnieuw naar het raam. Een zuiverder geval van Kippendrift heb ik niet eerder mogen aanschouwen. Ze gaf een ferme ruk aan het touw en liet aan helderheid niets te wensen over. ‘Deze blinds. Blijven. DICHT!’

Van nachtelijke escapades kwam het niet meer…wij hadden ons avontuur al beleefd. De volgende ochtend maakten we ons al vroeg klaar voor een  ferme wandeling naar strandtent Zandzeebar waar we zouden ontbijten. Birkenstocks aan, tasjes met allerlei soorten badkleding en crèmes om de schouder. Je wist maar nooit of het, tegen alle verwachtingen in, toch opeens bloedheet zou worden.

 ‘Jo met de Banjo, en Lien met de Mandolien… Kaatje met haar mondharmonicaatje' neurieden we tevreden terwijl we een souvenirwinkel op het dorpsplein passeerden. De eigenaresse stond bij de open deur. ‘Wij zeggen hier altijd goeiemorgen!’

Pardon? Deze zoveelste oprisping van menopauzaal wangedrag kon geen toeval meer zijn. Zou er misschien iets in het water zitten op Terschelling? We spraken af de volgende keer op te treden.

Alleen al om Wende Snijders live te horen zingen in een naar mest stinkende loods, hadden we Oerol niet willen missen. ‘Kunt u die knot uit uw haar halen? Wij kunnen niets zien,’ zei iemand achter ons op de tribune. ‘Jammer dan’,  antwoordden we in koor.